Willen we een aanslag in Nederland voorkomen, dan moeten we zicht hebben op de plekken waar zo’n aanslag wordt voorbereid”, zei AIVD-directeur Gerard Bouman gisteren bij de presentatie van het jaarverslag over 2009.Vanuit Nederland zijn vorig jaar ’enkele personen’ naar het buitenland vertrokken om terroristische trainingen te volgen. „Dan kun je bij de grens wachten totdat zo iemand terugkeert, maar veel beter is het om te weten wat er op die buitenlandse locaties wordt voorbereid, zodat de dreiging wordt gestopt voordat ze de Nederlands grens bereikt.” Het aantal Nederlandse spionnen in het buitenland zal daarom verder groeien.
De buitenlandse activiteiten van de AIVD richten zich niet alleen op dreigend moslimterrorisme. Ook in landen met nucleaire, chemische en biologische programma’s – zoals Iran, Syrië en Pakistan – doet de AIVD onderzoeken. „We willen er zicht op hebben waar ze in dat soort landen mee bezig zijn.” Ook daarvoor zullen meer Nederlandse spionnen worden ingezet.
De AIVD werkt vaak samen met buitenlandse veiligheidsdiensten, maar wil voor informatie niet afhankelijk worden. Bouman: „Dat hebben wij geleerd van de commissie-Davids.” Die commissie onderzocht de besluitvorming die leidde tot de Nederlandse steun aan de Irak-oorlog en concludeerde dat de Nederlandse inlichtingendiensten zwaar leunden op informatie van buitenlandse collega’s. Dit gedrag moeten we lering uit trekken. Dit nooit meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten